HUISARTS BART TIMMERS OVER E-HEALTH IN DE EERSTE LIJN

“Ik bedien patiënten optimaler en heb een toekomstbestendige praktijk”

Bart Timmers is sinds 1992 huisarts in de Groepspraktijk Huisartsen Bergh. Daarnaast is hij voorloper op het gebied van e-health, hoewel hij zelf liever spreekt van digitale zorg. “Anders lijkt het alsof het apart staat en geen onderdeel van een groter geheel.” Hoe heeft hij in coronatijd contact gehouden met zijn patiënten en welke ontwikkelingen ziet hij bij gegevensuitwisseling tussen patiënt en huisarts?

“Een aantal jaar geleden had ik een beeld van hoe mijn praktijk van de toekomst eruit zou zien. Dat beeld is nu in een keer realiteit.”

Hoe vul je digitale zorg als huisarts in?

“Ik heb digitale hulpmiddelen, waar dat mogelijk was, altijd al ingezet in mijn praktijk. Hiermee kun je namelijk betere zorg bieden. En je breidt je mogelijkheden uit om die zorg aan te bieden. Ik had pre-corona al zo’n 5 e-consulten per dag. Dat zijn er nu 10 tot 15, met uitschieters naar 20 per dag. Als praktijk stimuleren we het ook. Op onze website staat dat we digitaal heel goed en fysiek wat minder makkelijk bereikbaar zijn. Tot vorig jaar konden patiënten ons e-mailen en online een afspraak maken voor een fysiek consult. Sinds vorig jaar draaien we dat om. Je kunt online een afspraak maken en een e-consult krijgen. En als het nodig is, kom je langs. Digitaal staat dus voorop. We hebben nu ook een beeldbelinloopspreekuur.”

Hoe werkt dat beeldbelinloopspreekuur?

“Een patiënt maakt een account aan, kijkt wanneer er spreekuur is en gaat dan in de virtuele wachtkamer zitten. Als de patiënt voor jou aan de beurt is krijg je een sms-je. Als je zelf aan de beurt bent, krijg je opnieuw een sms-je. Je kunt tijdens het wachten dus gewoon doorgaan waar je mee bezig was. Dit systeem is ontwikkeld door Roset-Twente. Een jaar geleden ben ik gevraagd mee te denken. Voor mij was dit precies het systeem waarnaar ik zocht. Ik had al ervaring met beeldbellen, maar zocht nog een manier om het structureel toe te passen in mijn praktijk. De pilot van het systeem zou eigenlijk 1 april gaan lopen. Toen corona uitbrak hebben we die pilot als een speer een paar weken naar voren getrokken. De afgelopen tijd is gebruikt om het systeem te finetunen. Het wordt nu geleidelijk aan in de markt gezet.”

Hoe reageren patiënten?

“De eerste reactie is, ‘ik ben niet zo van de techniek’. Maar als ze het eenmaal doen, dan blijven ze het wel doen. Maar we moeten er wel energie in stoppen om patiënten zover te krijgen. Dus ik kijk hoe we met name minder digitaal vaardige mensen, hierin structureel kunnen ondersteunen. Dat gebeurt samen met Seniorweb, de bibliotheek en welzijnsorganisaties. Er zal altijd een groep zijn die het niet lukt. Dat geeft niet. Patiënten kunnen ook gewoon bellen en naar de praktijk komen. Maar er is een grote groep die het wel kan. Ook is er een relatief grote groep die het nog niet durft en een duwtje in de rug nodig heeft. Als je structureel de boodschap afgeeft dat men er hulp bij kan krijgen, dan gaan mensen het wel proberen.”

Welke voordelen benoem je bij patiënten om over te stappen op een digitaal consult?

“Een e-consult is een beveiligde e-mailwisseling tussen huisarts en patiënt. Dat kun je op ieder moment van de dag doen, op een moment dat het jou uitkomt. Beeldbellen kun je vanuit huis doen, eventueel samen met iemand die je vertrouwt. Bijvoorbeeld een zoon of dochter. Het belangrijkste nadeel van beeldbellen voor mij is dat ik iemand niet goed kan onderzoeken. Met een e-consult sturen mensen ook wel foto’s mee. Daar kan ik vaak wel wat mee, maar niet altijd. Een digitaal consult is niet zaligmakend, maar een waardevolle uitbreiding op het assortiment zorg dat je kan bieden. Mijn inschatting is dat zo’n 30 tot 50 procent van mijn consulten op afstand kan. Misschien zelfs meer.”

“Mijn inschatting is dat zo’n 30 tot 50 procent van mijn consulten op afstand kan. Misschien zelfs meer.”

Wat zijn de voordelen van digitale zorg voor de huisarts?

“Op dit moment wil ik zo weinig mogelijk risico lopen om mensen te besmetten of besmet te raken. Dan werkt e-consult en beeldbellen goed. De andere gedachte is ook service naar de patiënt toe. Ik ben beter bereikbaar. Je ziet dat de complexiteit van de consulten toeneemt. Vaak is 10 minuten gemiddeld niet meer toereikend. Dat betekent wachttijden. Patiënten die iets ingewikkelds of een chronische aandoening hebben, vinden dat vaak niet erg. Maar met een acuut probleem wil je snel geholpen worden. Dan is het vervelend om te wachten. Met het digitale inloopspreekuur hoop ik op termijn de wat kleinere zaken op een snelle manier af te handelen. Ik maak een mix van snelle toegankelijke persoonlijke zorg en complexere zorg waar je even op moet wachten. Zo kan ik meer mensen bedienen, ook post-corona. Het mooie is, beeldbellen is heel schaalbaar. In gebieden met te weinig huisartsen kun je zeggen ‘ik vraag vandaag voor 2 of 3 uur een waarnemer uit Groningen of Limburg die even dit spreekuur overneemt.’ Het biedt veel meer flexibiliteit.”

Welke andere toepassingen worden door corona versneld ingevoerd?

“De e-consulten zelf zijn wel verdrievoudigd. Ook zie ik het gebruik van een aantal apps toenemen. Je hebt de corona-app van Luscii, die het OLVG gebruikt. Wij hebben hier ook een houtje touwtje oplossing. Als we corona-patiënten willen volgen, dan geven we een saturatiemeter mee en vragen mensen een mailtje te sturen hoe het met ze gaat. Ook zijn we bezig de chronische zorg op afstand te gaan leveren. We willen POH’s die mensen met diabetes, hypotensie en COPD begeleiden, een applicatie geven. Zo kunnen ze gestructureerder zorg op afstand leveren. Denk aan patiënten die zelf vragenlijsten invullen en in een portaal hun bloeddruk- en diabeteswaardes invoeren. Deze werkwijze, gecombineerd met bellen en beeldbellen met de POH, is vaak veel minder belastend voor de patiënt.”

Welk effect heeft corona gehad op de acceptatie van digitale zorg?

“Voor mijn eigen praktijk geldt dat investeringen die ik had gedaan in digitale zorg, nu heel bruikbaar zijn gebleken. Ik heb even een paar dagen nodig gehad, maar in feite heb ik mijn zorg gewoon voort kunnen zetten. Alleen op een andere manier. Ik zie dat collega’s naarstig op zoek zijn naar digitale middelen. Ik word vaak gemaild. Een deel van mijn collega’s zegt ‘ik zou blij zijn als het weer terug naar normaal kan’. Maar langzamerhand realiseren we ons ook wel dat het maar de vraag is wanneer dat normaal weer terugkomt. Ik denk dat de zorg blijvend verandert. Een aantal jaar geleden had ik een beeld van hoe mijn praktijk van de toekomst eruit zou zien. Dat beeld is nu in een keer realiteit. Ik kan patiënten optimaler bedienen en heb een toekomstbestendige praktijk.”