Dr. Bert van der Vegt, dagvoorzitter en chef de clinique, UMCG

“Digitalisering en samenwerken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden”

Steeds meer pathologielabs in Nederland gaan over op het digitaliseren van hun coupes. Het UMCG is sinds twee jaar volledig overgegaan op digitale pathologie. Bert van der Vegt is patholoog en chef de clinique in het UMCG. Hij vertelt wat er volgens hem nodig is om verdere stappen te kunnen zetten op het gebied van digitale pathologie en computational pathology: “Je moet zoveel mogelijk data vergaren en tegelijkertijd nadenken over samenwerken.”

“De pathologie subspecialiseert in toenemende mate. Dat betekent in de praktijk steeds vaker dat wanneer je wilt overleggen met een collega van het betreffende deelgebied, dat diegene niet op jouw eigen afdeling zit maar elders in de regio. We moeten die (digitale) regiosamenwerking dus veel meer opzoeken.” Bert is tevens voorzitter van de werkgroep IT van de regiosamenwerking Pathologie Noord. “We zijn nu bezig met het opzetten van een regionetwerk. Ons ultieme doel is dat pathologen én patiënten daar kunnen samenkomen, ongeacht waar zij zich bevinden. Op dit moment kijken we hoe we de transitie kunnen maken naar de dagelijkse praktijk. De regiosamenwerking kan er ook voor zorgen dat we gezamenlijk computational pathology toepassingen implementeren.”

"Het is belangrijk dat pathologielabs al hun beelden gaan digitaliseren én bewaren."

‘Gewoon beginnen’

De eerste stap voor implementatie van computational pathology is beelddata verzamelen. Dat doe je door aan de slag te gaan met digitale pathologie. Bert: “Het is belangrijk dat pathologielabs al hun beelden gaan digitaliseren én bewaren. Veel beelden worden nu na drie maanden weggegooid. In het UMCG bewaren wij juist al álles wat we digitaliseren en dat hopen we snel in de gehele Pathologie Noord regio te doen. Vervolgens moet je niet bang zijn om ‘gewoon’ te beginnen met de validatie en klinische implementatie van algoritmes. Computational pathology is spannend, maar je leert er ook van. Tot slot moeten we als pathologie vaker naar de radiologie kijken. Daar is eenzelfde soort transitie gaande, al zijn zij wel iets verder. De lessen die zij al geleerd hebben, kunnen wij meenemen.”

Snelgroeiende markt

De markt van computational pathology verandert snel. Er komen steeds meer leveranciers met productierijpe toepassingen. Het maken van de keuze voor een systeem is volgens Bert een uitdaging: “Er zijn op dit moment al veel partijen die een of meerdere interessante algoritmes hebben. Toch zijn er maar weinig die ook een breed portfolio hebben. Wat is dan de juiste keuze? De markt is nog jong en continu in beweging. Daardoor kunnen leveranciers en pathologen de markt niet goed overzien, waardoor er in de praktijk te weinig gebeurt. Als pathologieafdelingen moeten we ervoor zorgen dat er grote, betrouwbare spelers komen. En daarvoor móet je samenwerken.”

"Bij samenwerken komt heel wat kijken. Maar de belangrijkste randvoorwaarde is digitalisering."

Uitdagingen

Bert erkent dat samenwerken niet vanzelfsprekend is en dat er uitdagingen op allerlei niveaus zijn. “Bijvoorbeeld organisatorisch: hoe zorg je dat vier ziekenhuizen in de regio die niet direct een samenwerkingsverband hebben met elkaar, tóch gaan samenwerken? In welke vorm doe je dat en welke governancestructuur hanteer je? Daarnaast moet je ook rekening houden met allerlei sentimenten die spelen. Mensen moeten vaak even wennen aan een samenwerking. En ook wat betreft techniek moet je zorgen dat alle systemen aan elkaar verbonden zijn. Kortom: bij samenwerken komt heel wat kijken. Maar de belangrijkste randvoorwaarde is digitalisering.”

"Ik denk dat we uiteindelijk allemaal kunnen kiezen uit een PACS waaraan een leverancier een soort ‘marketplace’ koppelt."

Toekomst

Hoe ziet Bert de toekomst van de regiosamenwerking? “Het uitwisselen van beelden kunnen we al. Maar aan die beelden zijn geen gegevens gekoppeld, ze zijn volledig anoniem. Dat is eigenlijk onwenselijk. Je wilt op termijn dat je, waar je ook zit in het (regio)netwerk, bij alle relevante informatie kunt om een goede diagnose te stellen. Ik kan nu bijvoorbeeld wel meekijken bij een casus in Leeuwarden, maar ik kan geen patiëntgegevens zien en verslag maken in hun systeem. En dat willen we juist wel.”

“Bij computational pathology zie ik een andere ontwikkeling. Ik denk dat we uiteindelijk allemaal kunnen kiezen uit één PACS, welke dat ook is. Daar kan een leverancier dan een soort ‘marketplace’ aan koppelen. Daarin worden algoritmes van verschillende leverancier aangeboden. Zo kan elke afdeling de algoritmes zelf kiezen, testen of ze passen bij hun behoeften en ze vervolgens aanschaffen. Zover zijn we nog niet, maar ik denk echt dat dat de toekomst is.”